Deze box bestaat uit twee films: Koyaanisqatsi en Powaqqatsi.
Het woord Koyaanisquatsi komt uit het Hopi en de regisseur Godfrey Reggio omschrijft dit als: krankzinnig, chaotisch leven, leven dat uit evenwicht is, uit elkaar valt. Mensen die deze film hebben gezien, lijken een nogal uitgesproken mening te hebben. Het is ‘anders’, verwarrend en soms irritant en ongemakkelijk. Maar juist daarom: inspirerend. En tegelijkertijd: prachtig.
Er zijn meerdere redenen waarom ik deze films zie als ‘sources of insight’. Een van de redenen is dat het geen traditionele films zijn. De regisseur (in ‘Essence of life – een extra feature op de DVD) zegt hierover: “They’re meant to offer an experience rather than an idea or information or a story about a knowable or a functional subject. They’re meant fundamentally to stir up enough, to create a experience of the subject. It is up for the viewer tot take for herself what it is that means. So, fors ome people it is an environmental film, fors ome it is an ode for technology, for some people it’s a peace of shit, for others it moves then deeply. It is like a journey. It is the journey that is the objective not the end place where we are going. Good and bad at the same time. This and that.”
Voor mij gaat Koyaanisqatsi onder meer over de impact van technologie. En Powaqqatsi (Life in transformation) laat met beelden van oude culturen en het moderne leven onze samenleving zien in de context van de technologische orde. Over de impact van vooruitgang. Zoals de regisseur zelf zegt: “It is not the effect of technology, it’s that everything exists within. It is not that we use technology. We live technology. Technology has become as ubiquitous as the air we breathe. So we are no longer conscious of its presence.”
Wat ik vooral bijzonder vind aan deze films is de soms vreemde, maar boeiende combinatie van muziek en beeld. Geen tekst. Beyond Words. “Why use words to describe something that we’re trying to say is undescribable or unnamable?”
(na een presentatie die ik gaf op de EMIM/UvA opleiding, vatte de programmaleider Anna Snel dit met het plaatje hiernaast samen).
Volgens de regisseur is de kijker een actieve participant, doordat er ruimte is voor de kijker om ‘into the middle’ te komen van muziek en beeld. Op deze manier heb ik het nou niet direct ervaren, maar bijzonder is het wel. Het is aan de kijker zelf om te bepalen wat het betekent. En daardoor word je je weer even bewust hoe we de wereld altijd alleen vanuit ons eigen perspectief zien – vanuit onze eigen (kleine) wereld.
Deze films laten de wereld weer in al z’n facetten zien.
Ja, is heel mooi!