“Staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie wil het auteursrecht moderniseren”, lees ik op de site van de Rijksoverheid.
Dat klinkt goed! Het werd tijd!

Maar…wat lees ik? Vooral plannen om het illegale aanbod te blokkeren, websites te verbieden die muziek en films aanbieden, en buitenlandse websites onbereikbaar maken via internetfilters. “De tussenpersonen aanpakken en de consument ontzien.”
Leve de beheersing.

Waar gaat dit heen? Het lijkt erop dat er nog steeds vanuit de ‘offline’ wereld gedacht wordt. Maar dit werkt niet in de ‘online’ wereld. Kleine stappen worden gezet, waarbij volgens mij de kern over het hoofd wordt gezien.

Wat offline werkte, werkt online niet
Het auteursrecht heeft twee verschillende doeleinden: het belonen van auteurs voor hun arbeid en het stimuleren van de creatie en distributie van auteursrechtelijk beschermde werken (met dank aan Christiaan Alberdingk Thijm*).  Maar wat ‘offline’ ooit werkte, werkt ‘online’ nu eenmaal niet op dezelfde manier. De virtuele wereld is een totaal andere wereld.

Ten eerste is digitale informatie losgekoppeld van vorm en plaats en kan oneindig gereproduceerd en verspreid worden – in vele verschillende vormen. Ten tweede heeft het internet geen hiërarchische structuur en wordt niet centraal aangestuurd en gecoördineerd.
Daar sta je dan met je handhaving.

Veranderde verhoudingen
De verhoudingen zijn door alle ICT ontwikkelingen fundamenteel veranderd en ik begrijp heel goed dat dit grote invloed heeft op de rollen van bijvoorbeeld uitgevers, distributeurs, bibliotheken en archieven. ‘Vroeger’ liep de stroom traditioneel en fijn geordend van producent naar ‘gebruiker’ – via verschillende partijen/tussenpersonen. Maar dit verloopt niet meer centraal en overzichtelijk, langs de geijkte kanalen. Consumenten en producenten vinden elkaar rechtstreeks op internet en iedereen is informatieproducent geworden, met dezelfde mogelijkheden om te publiceren voor een groot publiek.

De wereld is veranderd en ook de manier waarop met kennis en informatie wordt omgegaan. En, zoals ik al eerder schreef (naar aanleiding van een interview met Prof.dr.ir. Rik Maes), zullen veel instellingen en ‘tussenpersonen’ zichzelf daarom nu eenmaal moeten gaan heruitvinden om hun positie te behouden of te versterken. En/of om op andere manieren geld te verdienen.

Gezien vanuit mijn rol als auteur
Als ik vanuit mijn eigen rol als auteur kijk, lees ik dat er plannen zijn om de positie van auteurs in contractonderhandelingen te versterken, en het legale aanbod van auteursrechtelijk materiaal op internet beschermen en stimuleren. Een wetsvoorstel vanuit de gedachte: “…zij moeten mee profiteren van de opbrengsten die producenten en uitgevers genereren. Ze moeten bovendien kunnen ingrijpen als de exploitant onvoldoende inspeelt op de mogelijkheden van de digitale omgeving.”

Natuurlijk ben ik – als auteur – helemaal voor de versterking van de positie en het meer profiteren van de opbrengsten. En ik ben nog veel meer voor het inspelen op de mogelijkheden van de digitale omgeving.
Want hoe jammer is dat? De artikelen die ik in opdracht schrijf, zijn vervolgens maar voor een hele kleine groep beschikbaar. Ik zou deze publicaties heel graag vrijgeven, omdat het voor mij juist van belang is dat mijn werk oneindig verspreid wordt. Voor andere auteurs is dit misschien niet het geval, maar voor mij werken de huidige regels en licenties dus vooral belemmerend.

In het artikel staat dat Teeven daarom pleit voor een ‘fair use’-uitzondering, die creatief hergebruik van werken stimuleert. Leuk bedacht, maar hebben we dat niet al? Alles op mijn website heb ik ondergebracht onder licentie van Creative Commons, wat betekent dat iedereen mijn werk mag kopiëren, verspreiden en doorgeven, op voorwaarde dat mijn naam vermeld wordt. Veel vliegen in één klap: mijn werk kan oneindig gedeeld worden zonder gedoe, ik krijg wel de ‘credits’ én optimaal gebruik van de mogelijkheden van de digitale omgeving.

Dus…
Het is duidelijk dat de huidige wet- en regelgeving niet meer toereikend is; er zullen nieuwe ‘instrumenten’ moeten komen. Ik hoop dat de achterhaalde ‘offline’ gedachte losgelaten wordt en dat er nieuwe manieren worden gevonden, waarbij minder wordt gedacht vanuit handhaving en beheersing, en het afdwingen via regels. Manieren die niet meer gebaseerd zijn op de traditionele patronen en structuren en waarbij verder gedacht dan de bestaande kaders en bestaande wetgeving. De informatiesamenleving is nu eenmaal geen gesloten omgeving meer; informatie is in die zin niet meer te controleren en te beheersen.

En daarbij…wordt onze maatschappij niet ‘informatiemaatschappij’ of ‘kennismaatschappij’ genoemd? En soms zelfs ‘netwerkmaatschappij’? Laten we dan vooral zoeken naar manieren die alle mogelijke vormen van kennisdelen stimuleren in plaats van te belemmeren of in te perken met regels.
Ik kan niet wachten…

Larry Lessig sprak hier ooit over bij TED. Een mooi verhaal: “laws that choke creativity”

(En voor wie nog twijfelt over of we wel genoeg regels hebben: zie het filmpje van Basta (absolute aanrader!:-)

NB1. het plaatje bij deze blog is een mooi voorbeeld van alternatieve vormen van auteursrecht. Verkregen via Stock.Xchng – waar Dimitri Castrique, deze gratis ter beschikking heeft gesteld. Met de mogelijkheid om de creator te bedanken en/of te melden waar je zijn afbeelding voor gebruikt hebt (hoeft niet, mag wel).

NB2. Het is goed mogelijk dat ik ook in deze blog – onbewust – al weer een van de vele regels heb overtreden. Voor de zekerheid daarom ook nog maar even melden dat deze blog mede gebaseerd is op publicaties die ik eerder schreef, waaronder “het managen van onzekerheden“, gezocht: een nieuwe identiteit, en het handboek informatiewetenschap

* met dank aan Christiaan Alberdingk Thijm, van wie ik ooit nog college heb gehad. Hij kan als geen ander het informatierecht (vol humor) uitleggen. Voor de liefhebbers: zie zijn boek: Het nieuwe informatierecht, Den Haag: Academic Service

Sharing is caring: